Wie nu nog niet weet dat er binnenkort Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn, heeft de afgelopen anderhalf jaar onder een steen geleefd. Er waren eerst de Amerikaanse voorverkiezingen (door middel van primaries en caucussen), en straks wordt er op 8 november voor de president (met meteen ook een vice-president) gekozen. Maar er is MEER! Het is een beetje afhankelijk van de staat of er ook andere posities te kiezen zijn, maar in Pennsylvania ligt het volgende allemaal in het stemhokje te wachten.
Omdat het allemaal nog best ingewikkeld is, ga ik dit stukje Amerikaanse politiek in een drietal blogposts uitleggen. Droge stof wellicht, maar wel belangrijk voor diegenen die de Amerikaanse politiek wat beter wil begrijpen. Deel 1 vandaag over het Electoral College – over de kiesmannen die de president kiezen. Morgen deel 2 over over de House of Representatives, en overmorgen deel 3 over de Senate (en de rest van de verkiezingen).
Electoral College
Officieel kies je in Amerika niet direct voor de president, maar voor kiesmannen (hoewel je die niet letterlijk aankruist – je kruist wel degelijk een presidentskandidaat aan). Er zijn 538 kiesmannen, en samen heten zij het Electoral College. Dat klinkt als een willekeurig getal, maar dat is het niet. Het zijn namelijk evenveel kiesmannen als leden van het House of Representatives (=435) plus leden van de Senate (=100) plus drie kiesmannen voor het district Washington DC (voor de niet-bestaande twee senatoren en de niet-bestaande state representatives op basis van inwoneraantal, zou DC een staat zijn geweest). Pennsylvania heeft 20 kiesmannen (vanwege haar 20 leden van het House of Representatives en 2 senatoren).
De kiesmannen (‘electors’ heten zij hier) zijn niet diezelfde House of Representatives mensen en de senatoren, maar andere mensen. Dat zijn typisch inwoners van een staat die binding voelen met een bepaalde presidentskandidaat. Zij doen eigenlijk niets anders dan de president kiezen via een aparte stemming in december waar eigenlijk nooit meer een verrassing uit komt.
Stemmen voor de president
Die kiesmannen bepalen de president. Zij hoeven niet per se volgens de wet voor de kandidaat te stemmen die de meeste stemmen krijgt binnen de staat, maar in de praktijk gebeurt dit wel. Dus: krijgt Hillary Clinton 51% van de stemmen en Donald Trump 49% van de stemmen in Pennsylvania, dan gaan alle 20 kiesmannen van Pennsylvania naar Hillary Clinton. (Detail: in Maine en Nebraska hebben ze andere regels waardoor zij hun kiesmannen kunnen opdelen per kandidaat, maar deze staten hebben niet veel kiesmannen waardoor dit nauwelijks impact heeft.)
Winnen, maar toch verliezen
Op deze manier kan het dus voorkomen dat een presidentskandidaat weliswaar een meerderheid van de stemmen heeft (dat heet de ‘popular vote’) maar een minderheid van de kiesmannen heeft (dus het ‘electoral college’ verliest). Voorbeeldje waarbij onder dit systeem voor het gemak even drie staten zijn:
- Staat A is een kleine staat en heeft 1000 stemmen en 10 kiesmannen. Kandidaat ABC krijgt 800 en dus 80% van de stemmen, en dus alle 10 kiesmannen. Kandidaat XYZ krijgt 200 stemmen maar geen kiesmannen.
- Staat B is een middelgrote staat en heeft 2000 stemmen en 20 kiesmannen. Kandidaat ABC krijgt 1600 en dus 80% van de stemmen, en dus alle 20 kiesmannen. Kandidaat XYZ krijgt 400 stemmen maar geen kiesmannen.
- Staat C is een erg grote staat en heeft 5000 stemmen en 50 kiesmannen. Kandidaat ABC krijgt hier 2400 dus 48% van de stemmen. Kandidaat XYZ krijgt 2600 stemmen en krijgt hierdoor 52% van de stemmen. Dat is de meerderheid en kandidaat XYZ krijgt dus alle 50 kiesmannen, en kandidaat ABC krijgt geen kiesmannen.
Over deze drie staten heen heeft kandidaat ABC in totaal 800+1600+2400=4800 stemmen van de in totaal 8000 stemmen. Dat is een meerderheid van 60%. Maar kandidaat XYZ heeft meer kiesmannen, namelijk 50 kiesmannen in plaats van de 30 kiesmannen van kandidaat ABC. Resultaat: kandidaat XYZ wint het Electoral College met een minderheid van de stemmen en wordt daardoor president. Kandidaat ABC heeft een meerderheid van alle stemmen (wint de popular vote) maar heeft minder kiesmannen (verliest het Electoral College) en wordt geen President. Dit is zo’n beetje wat Al Gore gebeurde toen George W. Bush president werd (in een wat overdreven voorbeeld).
Ze maken het hier wel ingewikkeld met dat indirecte stemmen!
snap het helemaal, dank voor de uitleg.
p.s. ze moesten eigenlijk minpunten krijgen voor dat moddergooien, er is iedere keer weer wat nieuws en is het altijd waarheid??? ik weet het niet, nieuws wordt natuurlijk ook wel gefilterd. maar goed ook misschien. dikke kus uit het zonnige klooster, het lijkt wel lente hier.
Het is wel ingewikkeld hoor… met al die tusssenstappen in het stemmen. Dat is in Nederland een stuk simpeler (hoewel je daar weer tig partijen hebt, en hier eigenlijk maar twee die er toe doen). En ja, dat moddergooien… Ik word er niet goed van. Van mij mogen die verkeizingen zo snel mogelijk afgelopen zijn!
Pingback: Amerika gaat stemmen… twintig vakjes aankruisen aub! (deel 2 van 3) | Johanna goes USA!
Pingback: Amerika gaat stemmen… twintig vakjes aankruisen aub! (deel 3 van 3) | Johanna goes USA!
Pingback: Verkiezingen. Daar gaan we dan… | Johanna goes USA!
En even een reactie op mijn eerdere verhaal van de kiesmannen – het scenario dat iemand met MEER stemmen uiteindelijk TOCH verliest is dit jaar weer gebeurt. Hillary Clinton heeft opgeteld meer stemmen gekregen dan Donald Trump, maar vanwege het Electoral College en de verdeling van de kiesmannen wordt Donald Trump president.
Pingback: Stemmen vanuit het buitenland | Johanna goes USA!