Ik ga graag naar musea. Op vakantie wil ik altijd wel een paar lokale musea in. Die hoeven niet groot te zijn (mag wel). Ik ben erg nieuwsgierig aangelegd en ik mag graag wat nieuws leren. En als dat dan iets is wat de lokale cultuur verduidelijkt (en daarmee mijn vakantie verrijkt), ben ik een tevreden mens.
Smithsonian musea
Zo zijn wij ook naar het Warhol museum in Pittsburgh geweest, over Andy Warhol met z’n popart. Daar wist ik wel wat (‘Campbell Soup’) maar niet heel veel vanaf. En door dat museum in Pittsburgh ben ik toch anders gaan nadenken over popart en het leven van Andy Warhol. Ik vond dat destijds erg interessant.
En zo wilde ik ook naar de Smithsonian musea. Het Smithsonian Magazine heeft zo’n ontzettend interessante (Engelstalige) website, waarvan ik vooral de geschiedenissectie heel erg boeiend vind. Ik had er al een hele lange artikelen gelezen over het ontstaan van Singer (o.a. van de naaimachines, die geschiedenis zit vol met het delen van patenten en andere vormen van samenwerking tussen bedrijven) en over de populariteit van Mexicaanse cola – wat mij ook al eens was opgevallen maar destijds niet kon verklaren.
Toen wij een paar weken terug eindelijk naar die beroemde Smithsonian musea gingen, raakte ik eigenlijk op sommige punten een beetje teleurgesteld… ik vond die musea heel erg ‘entertainment’, heel erg op kinderen gericht – ook wat betreft informatieniveau. Ik heb het er met een paar collega’s over gehad: musea in Amerika krijgen voornamelijk geld door het bezoek van schoolklassen, en dus richten ze zich op schoolklassen. Ook hebben de Smithsonian musea een nationale scope: doordat ze daarmee ‘alles’ van bijvoorbeeld historie of biologie moeten/willen behandelen, kun je niet echt de diepte in. En daarbij komt ook de cultuur van Amerika – alles moet snel, de aandachtsspanne van het doorsnee publiek is niet zo lang. Een paar verschillen op een rij:
Oppervlakkige behandeling
Daar waar ik heel veel diepte verwachtte, zoals ik in Europese musea gewend ben, was dat in bij de Smithsonian musea niet het geval. In musea in Europa is er vaak heel veel toelichting bij een voorwerp, waardoor je dingen gaan opvallen die je eerder nog niet zag. Je hoeft die tekst allemaal niet te lezen, maar het kan wel.
In de Smithsonian musea was die mogelijkheid er veelal niet. Er stonden weliswaar goed leesbare teksten bij, maar het hield op bij maximaal 5 regels. Zo ook bij die Singer naaimachine: ik had een artikel gelezen van drie A4-tjes via het Smithsonian Magazine – hier stonden 4 regels, en dat was het dan… Mijn verwachtingen, mede door dat Smithsonian Magazine, waren duidelijk te hoog!
Weliswaar kun je op zo’n manier wel heel veel meer voorwerpen kwijt, maar is het leereffect beperkt. Zeker als je al een vrij brede algemene kennis hebt, is er niet heel veel te leren in zo’n type museum.
Weinig originele voorwerpen
Ook zijn er in die Smithsonian musea veel interactieve delen: veel dingen kun je optillen, verschuiven, je kunt quizzes spelen op touchscreens, je kunt van alles horen, voelen en ruiken. Geweldig voor kinderen, maar het biedt niet echt heel veel toegevoegde waarde voor volwassenen (of misschien is het persoonlijk en ligt het aan mij). Een consequentie is ook dat het grote merendeel van het museum gevuld is met modellen van voorwerpen, uitvergrote foto’s van documenten, en zijn er maar zeer weinig originele voorwerpen te zien.
Dus verwacht geen geen duizenden schedels en honderden foetussen op sterk water zoals in het medisch museum in Bologna, geen honderden gebruiksvoorwerpen van inheemse volkeren zoals in het Volkenkundig museum in Leiden, geen honderden oorspronkelijke wetenschappelijke gereedschappen zoals in Boerhave, geen echte oorkondes/brieven/aktes achter glas zoals in het Rijksmuseum – nee, het waren voor misschien wel 90% kopieen. En dan is er maar eentje – dus dan kan je niet goed vergelijken, of kleine verschillen opmerken.
Verwachtingsmanagement
Kortom, mijn verwachtingen kwamen niet echt uit. Ga je voor entertainment, of heb je kinderen bij je, dan zijn de Smithsonian en veel andere Amerikaanse musea echt heel erg leuk, maar wil je echt wat leren en wil je jezelf verliezen in een bepaald onderwerp, zul je echt ergens anders naar toe moeten. Wat Washington betreft, had ik meer aan de Library of Congress voor de nieuwsgierige ikke in mij!
dan toch maar weer een keer naar north en south, hahaha
Dat was inderdaad een heel veel beter museum, waarschijnlijk omdat het maar over een relatief beperkt onderwerp ging: de burgeroorlog. Daarmee heb je meteen veel meer samenhang. En wat was dat schilderij indrukwekkend… zeker na de hele tour over het landschap te hebben gedaan!
Voor mijn vakantie hoef je geen musea te plannen, mijn aandachtsboog voor musea is denk ik te vergelijken met het niveau van kinderen;)
Maar dan zijn die Smithsonian musea juist heel geschikt! Vol entertainment-educatie! Allerlei interactie… en nergens de diepte in!
Grappig dat er zoveel verschillen zijn. Bij Amerika stel ik me altijd groot en vol voor, met veel drukte haha. Geen idee waarom… Musea hier vind ik wel mooi, veel verschillende onderwerpen, informatie en mooi opgezet. Doet niet onder voor Nederland. Alleen de musea waar ook veel kinderen kunnen komen zijn echt te druk haha
Dat groot en vol klopte wel, zeker wat betreft die Smithsonian musea. Toch hebben we hier ook wel andere musea gezien hoor, die wat kleiner en leger zijn opgezet. Bijvoorbeeld het museum in Gettysburg over de burgeroorlog. Of neem een museum ergens aan de route 66 waar ze onder andere twintig verschillende soorten prikkeldraad hadden (en heel veel andere gebruiksvoorwerpen uit de pionierstijd). Dat was wellicht niet zo ‘Groots’ als de onderwerpen die ze in de Smithsonian musea behandelden, maar minstens zo interessant.