Op zondag 3 juli (na ons uitje naar de farmers market) hebben we weer een primeur gehad. We zijn naar een baseballwedstrijd van de Twins geweest! Dat is een team in de zogeheten ‘major league baseball’ (de MLB) en is de hoogste divisie van het Amerikaanse baseball. Het was een loeiwarme dag – dus de zonnebrandcreme was continue onder handbereik.
Baseball
In State College zijn de verreweg de meeste sporten college-gerelateerd. Er is natuurlijk het football (met het bijbehorende tailgaten), maar ook de basketball en de ijshockey teams zijn studenten. In State College hebben we ook baseball, maar dat is een professioneel team – geen studenten dus, maar betaalde spelers. Dat zijn de Spikes. Die spelen niet in een hele hoge divisie. Ze zijn momenteel een satellietteam van de St. Louis Cardinals (maar dat wisselt nogal eens), en zijn dus een opleidingsteam waarvan de goede spelers doorgroeien naar de St. Louis Cardinals of worden gescout en opgepikt door andere professionele teams. Ik ben drie keer naar een baseball wedstrijd van de Spikes geweest.
Baseball gebeurt in de zomer, het is dus vaak lekker weer, en het is een heel andere sfeer dan bij het football. Het is (vooral bij de Spikes) veel langzamer dan football en basketball (en zeker iishockey – dat is soms niet te volgen, zo snel gaat dat!), maar er gebeurt ook weer een hoop ‘hoepla’ rondom het spel, met een aantal typische baseball-dingetjes (bijvoorbeeld: zonnebloempitten eten!). Baseball wedstrijden zijn, net als veel andere Amerikaanse sportwedstrijden, erg familie- en kindvriendelijk. Alles bij elkaar is het dus erg gezellig.
De Twins!
In het weekend dat wij in Minnesota waren, hadden wij de kans om naar een wedstrijd van de Twins te gaan. Ze speelden namelijk thuis tegen de Texas Rangers. Apart: daar waar footballteams zo’n XX keer per seizoen spelen, spelen baseballteams wel een keer of 80 per seizoen – vaak drie wedstrijd tegen dezelfde tegenstander op drie dagen achter elkaar. Er zijn dus fors meer baseballwedstrijden waar je naar toe zou kunnen (scheelt overigens ook in de ticketprijzen). De Twins zijn het gezamenlijke team van de Twin Cities: Minneapolis en het naburige St. Paul – vandaar ook de naam de ‘Twins’.
Het was een leuke wedstrijd, waar ik veel van heb geleerd. Er gebeurde heel wat meer dan bij een wedstrijd van de Spikes. Denk dan aan het stelen van honken (‘stealing bases’), een homerun, dat soort dingen. Dat maakte de wedstrijd een stuk interessanter, en het waard om aandachtig te bekijken. We hadden ook erg goede zitplaatsen, achter de dug out van het home team. We konden goed zien hoe de volgende slagman zich voorbereidde, en hoe het signaleren van de vangman richting werper in z’n werk ging.
Veteran Appreciation Day
En dan was er natuurlijk nog de ‘hoepla’ om het baseball heen. Het was die dag Veteran Appreciation Day (veteranendag). Dat betekende dat veel nog actieve militairen, veteranen, en familie van militairen warden geeerd op verschillende momenten tussen de innings (innings = deel van een baseballwedstrijd; er zijn er 9 – allebei de teams krijgen een slagbeurt binnen een inning). Zo gaf een militair de eerste worp, rolden veteranen uit de Koude Oorlog een megagrote Amerikaanse vlag over het veld uit, en was er een moment stilte voor twee omgekomen militairen die kortgeleden in het Midden Oosten in de stirjd tegen ISIS zijn omgekomen, was er een flyover van een gevechtshelikopter, en mocht een (vast negentigjarige) veteraan uit de Tweede Wereldoorlog onder breed applaus de Amerikaanse vlag hijsen. Vooral in het begin van mijn tijd in Amerika vond ik al die aandacht voor het Amerikaanse leger wat overdreven, maar ik begin wel te begrijpen waar het vandaan komt. Vooral bij die Amerikaanse opa die aan het vlaghijsen was, kreeg ik ook wel een brok in mijn keel.
Uiteraard waren er ook ander vermaak. Er liep een mascotte rond: T.C. (van de Twin Cities), er was een kiss-cam, mocht een jochie op een gegeven moment de aankondigingen van de spelers doen, en waren er een soort quizzes in de (vele) pauzes. Allemaal erg leuk om mee te maken. En zo zongen wij aan het einde mee:
Take me out to the ball game,
Take me out with the crowd;
Buy me some peanuts and Cracker Jack,
I don’t care if I never get back.
Let me root, root, root for the home team,
If they don’t win, it’s a shame.
For it’s one, two, three strikes, you’re out,
At the old ball game.