Dit blogverslag is een onderdeel van een serie van verslagen over onze reis naar India. Deel 1 (de aanleiding), deel 2 (de heenreis), deel 3 (over onze eerste dag in Delhi) en deel 4 (over onze tweede dag in Delhi) heb ik eerder geschreven.
Naar Jaipur!
Tijdens onze reis naar India zouden we, voorafgaand aan de driedaagse bruiloft, vier dagen toeristische dingen doen. We hadden besloten om twee dagen in Delhi te zijn, een dag Jaipur (in de ‘koninklijke provincie’ Rajesthan) en een dag Agra (daar ligt de Taj Mahal). Nu is India een groot land, veel groter nog dan de Verenigde Staten, en als iemand zegt dat iets ‘dichtbij’ ligt, moet je vooral even doorvragen… Jaipur, ‘dichtbij’ Delhi, ligt alsnog op een uur of zes rijden. Vergelijk dat met Nederland: rijd je vanaf Utrecht zes uur, dan zit je in Parijs… Maar ja, ben je eenmaal in Delhi, dan kun je zo’n ‘citytrip’ niet overslaan, toch?
Onderweg naar Jaipur
En zo vertrokken we om drie uur ‘s ochtends, met amper 3 uur slaap achter de kiezen, met de twee Toyota Innova’s naar Jaipur (voor zeven personen – inmiddels waren naast Peter, Emma, Jess, Michiel en ik ook Charlie en Betsy aangesloten). Betsy is zwanger, en mocht daardoor op een stoel – ik ging op de achterbank. Handig, want daardoor kon ik (opgekruld weliswaar) liggen, en heb daardoor nog wat slap kunnen vatten.
Ik had de reis wel onderschat. Je denkt ‘tussen die twee steden ligt een snelweg’ en ‘als we Delhi eenmaal uit zijn, wordt het wel rustig onderweg… het is midden in de nacht’. Nou… mooi niet dus. Een nogal slechte weg, het duurde anderhalf uur voordat we Delhi uit waren, maar eerlijk gezegd was er continue bebouwing tussen Delhi en Jaipur. Grote kantoorgebouwen in aanbouw (en toch al gebruikt), kleine dorpjes… Op de weg zagen we midden in de nacht toch nog heel veel auto’s, versierde vrachtwagens, fietsers (jawel), motorfietsen met standard twee mensen erop, scooters met hele families erop, tractoren soms met enorme balen veevoer achterop, ezels, paarden, kamelen met karren (ja, echt). Ondertussen een hoop eetstandjes langs de weg, waar de desbetreffende Indier vaak languit in lag te slapen (want erg warm buiten).
Rond een uur of zes, toen het licht werd, kwamen er steeds meer mensen richting die eettentjes. Rond dat tijdstip werd er ook steeds meer getoeterd – men doet dat schijnbaar niet ‘s nachts. Onderweg zagen we een hoop armoede. Veel mensen waren veel te mager, gekleed in lompen, gebukt onder het warme weer, bezweet en vol vliegen… Vrouwen, toch nog gekleed in kleurige sari’s, met kinderen die op hun schouders sliepen, liepen hele einden langs de weg. Soms kwamen ze naar de auto toe om te bedelen. Vanuit de auto zagen we kinderarbeid in steengroeves en openlucht-baksteenfabrieken. Fascinerend. En weer zo’n moment dat je blij bent met wat je hebt.
Met de olifant naar het fort
De reden dat wij zo vroeg vertrokken naar Jaipur was het Amber Fort. Dat is een indrukwekkend groot en heel erg mooi fort, gelegen op een berg. Nu kun je daar zelf naar toe lopen (tig, tig trappen beklimmen), maar veel en veel leuker is het om op een olifant naar boven te gaan. Daarvoor moet je wel vroeg in Jaipur zijn. Er zijn 120 olifanten die per keer twee mensen per bakje omhoog brengen, maar dat doen ze slechts twee keer dag (in verband met dierenwelzijn). En ze beginnen daar ‘s ochtends vroeg me – in verband met de hitte. Als je te laat bent, heb je dus pech gehad. Nu had Emma maar 1 doel tijdens de reis naar India: de olifantenrit… End us wilden we vroeg weg die ochtend!
Het is ons gelukt. We hadden zo ongeveer de laatste olifanten te pakken, en nog geen vijf minuten na onze aankomst in Jaipur zaten we allemaal op een olifant. Zijwaards schommelend in een bakje, op olifant-schofthoogte waggelden we in twintig minute naar het Amber Fort. In stijl, want ook de Rajesthani prinsen van destijds vervoerden zich ook per olifant omhoog. Ik moet zeggen dat het een hele belevenis was. Mooi uitzicht ook. Dit was het vroege opstaan absoluut waard!
Amber Fort
Boven aangekomen was het inmiddels weer erg warm geworden (ongeveer 40 graden). In zulke temperaturen denk je constant aan water en waaiers om enige verkoeling te geven. Ondertussen was onze groep onderschept door een gids (geregeld door onze tweede chauffeur en baas van het taxibedrijf Jasvinder), die ons zou rondleiden. Wij waren inmiddels best sceptisch over alles Indiaas dat zich zomaar uit het niets aanbood – dat zou geld kosten – maar dit bleek uiteindelijk toch een goede zet. De gids vertelde van alles over het fort, en wees ons op details die we anders zo zouden missen (bijvoorbeeld, stiekeme gangen om bij de harem te komen, en verstopte tekeningen uit de kama sutra).
Het fort zelf is gebouwd rond 1600 en is in 150 jaar steeds uitgebreid met verschillende paleizen. Zo is er een zomer- en een winterpaleis, een watersysteem, een verwarming (door middel van allemaal spiegeltjes die licht reflecteren) en zelfs een soort airconditioning. Er zijn heel veel tunnels, gastenverblijven, badhuizen, binnenplaatsen… en alles is vaak ontzettend mooi gedecoreerd en nog in zeer goede staat. Het hele fort bedraagt vier vierkante kilometer – waarvan we een selectie hebben bekeken.
Hotel ‘Chokni Dhani’
Nadat we het fort bezichtigd hadden en (zelf) naar beneden waren gelopen hebben we eerst verkoeling gezocht in een koffietentje. Michiel was ondertussen helemaal niet goed geworden. Hoofdpijn, rillingen (terwijl het toch echt 40 graden was), en die voelde zich lang niet best. Na koud water, een zoet vruchtensapje en wat zoutige chips werd het helaas niet beter. Na overleg hebben we besloten eerst maar in te checken in het hotel zodat Michiel kon gaan slapen.
Het hotel, een soort etnisch georienteerd resort met allerlei aparte ‘huisjes’ in Rajesthani stijl, was toch nog wel drie kwartier rijden, dus heel snel kon Michiel nu ook weer niet het bed in. Gedurende die trip zagen we een aantal andere mooie paleizen in Jaipur die eigenlijk nog op de to-do-list stonden (maar die to-do-lijst was sowieso veel te optimistisch en hield geen rekening met temperatuur, verkeer en andere Indiase bronnen van vertraging). Aangekomen in het hotel hebben we Michiel meteen in bed gedaan, en zijn we met de rest gaan lunchen (uiteraard, typisch Indiaas en zeer lekker).
Het rare is dat je met zulk warm weer helemaal geen trek hebt in eten. En toch moet je wat eten, want je hebt je energie wel nodig. Ik had dat ook, totaal vermoeid en veel te warm, je weet niet of je moet slapen/drinken/eten… toch heb ik weer heerlijk gegeten.
Winkelen in Jaipur
‘s Middags zijn we (zonder Michiel) weer teruggegaan naar Jaipur. We kwamen op een markt terecht waar heel veel kleine winkeltjes naast elkaar zaten. We hebben daar veel souvenirs gekocht. Je wordt als toerist hoe dan ook opgelicht – of misschien beter, je betaalt hoe dan ook teveel – maar ach, je bent op vakantie, en wij hebben zoveel meer welvaart dan die mensen hier… We kwamen er achter dat Emma ontzettend goed kan onderhandelen – met haar Koreaanse gezicht dat ze volledig in de plooi houdt, is ze niet te vermurwen en krijgt ze veel betere prijzen dan wie dan ook in de groep. Ik heb er kamelensandalen gekocht (die uiteraard na twee dagen uit elkaar vielen…).
‘s Avonds: kermis in het resort
‘s Avonds waren we weer in het hotel. Michiel voelde zich weer een klein beetje mens, en moest toch ook wat eten, en ging mee. Er was daar een ‘carnival’: een soort kermis met allerlei traditionele kunstopvoeringen in het resort. In het deel van wat zij het ‘dorp’ noemen, zagen we allerlei podia met daarop Indiase dansers, vuurspuwers, googelaars, marionettenspelers en nog veel meer. Ook konden we daar een kamelentochtje maken – dat echt heel raar is, een kameel gaat stapsgewijs door z’n knieen op zo’n manier dat je het eigenlijk niet verwacht, maar ook weer een hele ervaring is. Er was daar ook een markt voor allerlei ambachtelijk gemaakte dingetjes (veel goedkoper dan op de markt in Jaipur, maar eerlijk gezegd was de kwaliteit ook niet altijd best hier).
Traditioneel Rajesthani sit-down dinner
Daarna zijn we naar het restaurant gegaan, waar wij als hotelgasten werden getrakteerd op een traditioneel diner in Rajesthani stijl, waarbij je op kussens op de grond zit en je allerlei gerechten uit de streek uit borden en schaaltjes eet van bananenbladeren. Een heel leger van bediening (uiteraard in klederdracht compleet met tulband) schepte iedereen op. Regelmatig waren die soepjes en prutjes zo onbekend dat ik geen idee had wat ik nu aan het eten was… ik heb wel alles geprobeerd en ik heb zeer lekker gegeten. Michiel niet zo – die had al last van z’n darmen sinds zijn aankomst in Delhi en die staat het Indiase voedsel een beetje tegen inmiddels…
Nu had ik nergens lichamelijks last van, maar bij mij ging het licht ook wel uit na het diner. Na deze hele lange dag wilde ik heel, heel graag het bed weer in, en heb heel diep geslapen.
wat een indrukwekkende verhalen en foto,s
maak het zo lang mogelijk want het is geweldig mooi !!!!
Elk blogverhaal een dagje India. Dat betekent dat er nog een paar te gaan zijn: dagje Agra (inclusief Taj Mahal), verlovingsdag, Mehendi-dag, trouwdag, en terugreis. Geeft meteen weer voer om over te schrijven.
schitterend, je waant je echt op een andere planeet bijna, haha.
ps, vraagje, hoe kan het dat als je op reactie drukt, dat er opeens andere foto’s bijkomen en andere tekst bij sommige foto’s ?
liefs uit het frisse klooster.
Dat kan normaal niet. Zojuist heb ik echter een foto vervangen omdat ik twee foto’s van Emma kreeg die ik beter bij het verhaal vond passen. Ik heb dus wat vervangen 🙂
dat is grappig, ik lezen, jij veranderen, op het zelfde tijdstip.
Pingback: Onze reis naar India (deel 6 in een serie): Naar de Taj Mahal! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 7 in een serie): De verlovingsdag! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 8 in een serie): Mehandi dag! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 8 in een serie): de trouwdag! | Johanna goes USA!
Pingback: Een gekneusde duim (of iets wat erop lijkt) | Johanna goes USA!