Dit blogverslag is een onderdeel van een serie van verslagen over onze reis naar India. Deel 1 (de aanleiding), deel 2 (de heenreis) en deel 3 (over onze eerste dag in Delhi) heb ik eerder geschreven.
Lodhi Gardens
Nadat we op tijd waren opgestaan, en hadden ontbeten (Indian Food for Breakfast!!) in het hotel, merkten we al vrij snel dat het die donderdag een stuk warmer zou worden dan de dag ervoor. Toen regende het immers, waardoor het heel erg afkoelde. Nee… zo’n mazzel zouden we niet snel meer krijgen. Huppa, 40 graden voor je bakes! Heet! En met al die smog… dan is Delhi geen pretje!
Dus wij togen vol goede moed, en gewapend met zeker twee liter water per persoon (voor een halve dag) naar de Lodhi Gardens (uurtje rijden vanaf het hotel), waar we allicht wat schaduw zouden vinden. En dat was zeker het geval! Een groot park, vol met grote bomen en vogels, met een stuk of 6 ruines van oude, vervallen tempels, moskeeen of tombes.
Die oude tombes stammen uit de periode 1400-1600, toen de Sayyid en de Lodhi dynastieen heersten. Pas in 1936, tijdens de Britse heerschappij van India, heeft Lady Willingdon (de vrouw van een Britse bestuurder) er een park van gemaakt.
Wat een ontzettend mooie omgeving. Heel apart: hoewel het echt ontzettend heet was in Delhi, stonden alle planten in bloei en was alles groen… niks verdord… Schijnbaar doet het moesson seizoen de natuur in Delhi goed!
Humayun’s Tomb
Redelijk in de buurt van de Lodhi Gardens is Humayun’s Tomb. Dat is de laatste rustplaats van de tweede heerser van het Mogolrijk (de term ‘mogol’ of ‘mogul’ – magnaat – komt daarvan daan). Humayun is gestorven in 1556, en De tuin heeft ook weer een stuk of zes gebouwen, maar de belangrijkste is de rode tombe van Humayun die zijn zoon Akbar na zijn dood heeft gebouwd. Het is een zeer goed onderhouden gebouw, alles is symmetrisch, inclusief de tuin waar Humayun’s tombe staat. Niet voor niets staat dit complex op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Heel erg mooi!
Een nadeel was wel dat het echt ontzettend warm was bij Humayun’s Tomb. Iedereen loopt met zonnehoedjes, zonnebrillen en zonnebrand, in de schaduw als het kan, met waaiers… en toch loopt het zweet je over je wangen. Van het meegebrachte water kun je zo ongeveer thee zetten, zo warm… Heet dus. Heel heet.
Jama Mashid moskee
Het idee was dus, ‘goh, laten we naar de Jama Mashid moskee gaan, want daar is het vast koel binnen’. Die Jama Mashid hadden we de dag ervoor ook al gezien toen we naar Karim’s gingen en het extreem drukke straatje over moesten. En zo stapten we vol goede moed in de geairconditionde auto (alsjeblieft, nog even…) om zo naar de Jama Mashid te gaan.
Slecht idee. Onze schoenen moesten uit, en dat was een probleem. Indiers zijn daar schijnbaar aan gewend blootvoets lopen over stenen die zo warm zijn dat je er een ei op kunt bakken… dat ging ons niet lukken. Daarnaast was er nog een probleem: ze heffen weliswaar geen entree bij de moskee (want godshuis) maar voor elke camera en elke mobiele telefoon die naar binnen gaat (gebruikt of ongebruikt) vragen ze de hoofdprijs. En we hadden met z’n vijven zo’n 9 apparaten bij ons. Betalen voor verbrande voeten? Nee dank je…
Sura Vie
Na nog wel wat foto’s-op-verzoek met Indiase families op de trappen van de Jama Mashid, en na als volleerde Indiers (net niet natuurlijk) door de drukke straat met afgehakte geitenkoppen, hete bakplaten, tuktuks, fietsen, en heel veel mensen te hebben gelopen (volledig nagestaard natuurlijk door ons lange en blanke voorkomen), zijn we weer in de koele auto gaan zitten. Dit keer gingen we lunchen bij ‘Sura Vie’, een restaurant dat gerund wordt door een chef die ook in de Indiase MasterChef is geweest. En wat was het weer bijzonder lekker… Het duurde even voordat we er weer weg waren, maar dat namen we voor lief (want airconditioning…).
Kleding shoppen!
We zouden om half vijf bij Pranav zijn, uiteindelijk werd dat vijf uur (maar dat is in Indian Standard Time hetzelfde – je kunt vanwege het verkeer in Delhi echt niets precies afspreken…), en dat was prima. Op dat moment zagen we ook Charlie en Betsy, die net op het vliegveld waren aangekomen. We zouden ons opsplitsen (jongens met Pranav mee, meiden met Pranav’s moeder Manju mee) om te gaan winkelen: we moesten nog traditionele Indiase kleding hebben voor de verloving en de trouwerij!
Wij meiden gingen naar een kleine, maar ontzettend volle winkel (type pijpenla) genaamd Umrao met drie soorten kleding:
- jurken (werden op een gegeven moment afgekeurd);
- kurta’s met pajama (samen dat heet dan een ‘suit’). Een kurta is een soort lang soort overhemd met lange mouwen (het idee is dat ie tot over de knie hangt), vaak geborduurd of met andere prints erop; een pajama is een lange broek, nauw bij de enkels, laag kruis, en wordt bijeengebonden aan de bovenkant met een koord door een tunnel in de boord. Er zit totaal geen model in… beetje een drollevanger maar dan nog erger… Anyhow, when in Rome, do as the Romans do… dus wij hebben allemaal een kurta pajama combinatie gekocht, voor de verlovingsceremonie. Mijn kurta is hard magentaroze met oranje detailes en gouden borduursels, mijn pajamabroek is uiteraard ook magentaroze;
- sari’s, zoveel kun je je niet voorstellen. Nu zijn daar ook weer verschillen in, sommige sari’s zijn zo heftig geborduurd dat ze duizenden dollars kosten, anderen kosten slechts een tientje. Een sari is eigenlijk een lang stuk stof van een vier tot negen meter, dat je zelf nog moet ‘draperen’. En dat is lastig…. Onmogelijk eigenlijk voor niet-Indiasen. En dus had Manju bedacht om ‘prestitched’ (voorgenaaide) sari’s te laten maken, specifiek op onze lichaamsmaten. En zo stonden we ook allemaal met een Indiase Sari ‘om’. Uiteindelijk werd met sari goudskleurig met donkerrode accenten.
Manju hielp ons bij het maken van onze keuze. Sommige kleding was niet chique genoeg voor een Indiase trouwerij, andere stoffen waren weer ‘over the top’ en konden daarom ook niet… Nu hebben wij daar geen enkel gevoel voor, dus we waren blij dat ze mee was. Ook wat betreft het onderhandelen was het handig dat zij er was…
Onze ‘meisjes’kleding (zowel de kurta, pajama, de sari en ook de blouse die bij de sari hoort) moest nog wel worden genaaid. Van iedereen werd de maat opgenomen (inclusief de zwangere Betsy en de hele lange Nederlander in ons midden… – dat was nog grappig, ze konden er haast niet bij) en met het bericht dat we twee dagen later de spullen konden ophalen, konden we de deur weer uit.
Ondertussen waren de jongens ook bijna klaar – die hadden elk twee kurta-pajama-sets (eentje zeer chique, de andere ietsje minder chique) uitgekozen, en kwamen ook weer naar Pranav’s huis toe. Daar stond weer een uitgebreid diner klaar (linzen/dahl, spinazie met Indiase kaas/palak paneer, brood/roti, aardappels/aloo, en salade. Heerlijk!
Na nog wat te hebben gespeeld met Jash en bij een vriendin van Manju wat traditionele Indiase ‘nep’-juwelen te hebben gekocht zijn we naar het hotel gegaan. We lagen om half twaalf op bed, wat wel laat was, omdat we om 3 uur zouden moeten opstaan om de volgende dag naar Jaipur te vertrekken…
Heel bizar, die gebouwen zien er zo onwerkelijk uit. Hoe zijn die eigenlijk ooit gebouwd? In die tijd waren er nog geen kranen zoals nu lijkt me? Labor is cheap, maar dan zijn er vast een paar mensen bij omgekomen bij het bouwen.
Foto van jou in je pyjama pak?(A)
Komt ook! Een paar dagen wachten! Dan doe ik bericht over de verlovingsdag, wanneer ik mijn kurta-pajama pak aan heb!
Wat geweldig om jouw India verhaal te lezen, zeer indrukwekkend. En wat mooi om zo’n bruiloft mee te maken. Heb je de kleding nog?
Uiteraard hebben we de kleding nog 🙂
Pingback: Onze reis naar India (deel 5 in een serie): Jaipur! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 6 in een serie): Naar de Taj Mahal! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 7 in een serie): De verlovingsdag! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 8 in een serie): Mehandi dag! | Johanna goes USA!
Pingback: Onze reis naar India (deel 8 in een serie): de trouwdag! | Johanna goes USA!