Sommige mensen die een tijdje in het buitenland wonen krijgen een buitenlands accent als ze Nederlands spreken. Denk bijvoorbeeld aan Paul Verhoeven, die ‘spjeekt acht mat een American accent’. Daar hebben wij geen last van. Dat komt (denk ik) omdat wij lang genoeg in Nederland hebben gewoond, en thuis nog gewoon Nederlands spreken. Betekent dat dat onze taal helemaal niet is aangetast door Amerika? Nou nee… er is een ander dingetje in onze taal geslopen.
Voor onze verhuizing
Voor onze verhuizing naar Amerika was mijn taalgebruik ook niet helemaal perfect. Reden? Mijn werk als PhD student was vooral ‘in het Engels’. Ik deed ‘research’ (niet zozeer onderzoek), ik had een ‘sample with respondents’ (geen steekproef met respondenten), en ik deed een ‘regression analysis’ (geen regressie analyse). Als ik met mijn (Belgische) professoren en mijn fellow (Nederlandse) PhD students sprak ging dat weliswaar in het Nederlands, maar we gooiden daar gewoon Engelse woorden doorheen. Dat waren dan vooral de zelfstandige naamworden. Iedereen sprak zo… Dan krijg je zinnen als “Heb je je submission van dat paper al af?” “Ik krijg mijn endogeneity correction niet goed…” of “Die literature review duurt mij veel te lang.” Raar, maar je went eraan.
Ik had datzelfde ‘probleem’ ook tijdens mijn studie aan de Universiteit van Maastricht (tussen 2000 en 2004). En ook al eerder, toen ik tweetalig onderwijs op de Van der Capellen Scholengemeenschap volgde. Ik had daar vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, en ook tekenen en gym in het Engels. Ik gooide dus ‘javelins’, en had ‘assignments’. Zo zat dat gewoon in mijn hoofd. Mijn taalgevoel is dus vrij flexibel en schakelt (wellicht uit luiheid) gewoon naar de taal die het snelste binnen bereik is. Voor omstanders die niet in dezelfde situatie zitten, is dat soms vreemd. Familie en vrienden hebben dat waarschijnlijk raar gevonden, maar voor mij was het de makkelijkste manier.
Na onze verhuizing
Uiteraard is na mijn PhD mijn werk nog steeds ‘in het Engels’, dus nog steeds spreek ik over ‘samples’ en ‘research’, zelfs al doe ik dat met een Nederlands iemand (ik heb hier een Nederlandse collega). En dat vind ik niet zo vreemd. Maar – hoe onverwacht – er is nog wat ‘Engels’ in mijn taalgebruik geslopen. En Michiel doet daar vrolijk aan mee, zonder dat hij het doorheeft. Er zijn een aantal gebruiksvoorwerpen en andere dingen in het huis, en in het geval van Michiel, in zijn bedrijf, nu ook standaard Engels geworden. Ik onderscheid twee categorieen: Amerikaanse dingen waar we niet direct een Nederlands woord voor hebben, en normale dingen die we om een rare reden met een Engelse term noemen.
Dingen zonder Nederlands woord
Voorbeeldje. Aan de zijkant van ons huis zit siding. Dat zijn een soort vinyl planken die horizontaal op elkaar worden gemonteerd, en dat is dan de buitenmuur. Geen idee hoe dat in het Nederlands heet. Maar wij noemen dat dus gewoon ‘siding’, op z’n Engels dus. Op dezelfde manier refereren we naar de ‘basement‘ (want ‘kelder’ klinkt niet als een juiste vertaling – een kelder is een soort koele opslag, daar waar onze basement echt een leefruimte is). De ‘walk-out’ is de deur vanuit de basement naar de achtertuin, waar zich de fire pit bevindt (vuurplaats? Klinkt raar).
In de koelkast vinden we een ook paar voorbeelden. Wij hebben nog wel eens relish (een soort gehakseld augurkmengsel) staan. Pickles – typisch Amerikaanse augurken – zijn in mijn beleving heel anders dan de typisch Nederlandse Koeleman-augurken (en die noem ik dus ‘pickles’). Verder hebben we hier een sunroom (zonnekamer?) die we als zodanig noemen. We eten hier Minnesota Chicken Wild Rice Soup (en niet ‘kip-wilde-rijst-soep). In de gootsteen zit soms een garbage disposal – een systeem dat het vuilnis via de gootsteen in kleine stukjes hakt. Geen idee hoe zo’n ding heet in het Nederlands. En dan zijn er nog de dingen die met het visumgebeuren te maken hebben: wij zitten hier als ‘permanent residents’ (permanente residenten? Hmm… vreemd). Buiten hebben we chipmunks (die heten geloof ik grondeekhoorns, maar er zijn maar weinig mensen die dat begrijpen) en Northern Cardinals (het klinkt gewoon onjuist om die als ‘Noordelijke Kardinalen’ aan te duiden – dan denk ik toch echt aan katholieken).
Dingen met Nederlands woord (maar die we toch niet zo noemen)
En dan is er die rare categorie van dingen waar echt wel een Nederlands woord voor is, maar die we toch niet zo noemen. Waarom? Omdat het ‘ding’ in kwestie pas hier in ons leven kwam, lijkt het. Een paar voorbeelden:
- Ik heb hier een car loan (autolening), en ik maak ‘car payments’ (betalingen voor die autolening). Naast het feit dat ik in Nederland nog nooit een autolening heb gehad, heb ik deze specifieke autolening hier afgesloten. En daar praat je dan voor het eerst over met de autoverkoper, de bank etc. in het Engels. Dat woord nestelt zich in mijn meertalige vocabulaire, op z’n Engels. En dus ook thuis, terwijl we gewoon Nederlands praten;
- Onze makelaar noemen we niet makelaar maar realtor – omdat dat zijn beroep is, en hij zich zo heeft voorgesteld. Zelfde geval: onze plumber (loodgieter), electrician (electricien) en contractor (aannemer) duiden wij ook met hun Engelstalige beroep aan (ook als we Nederlands spreken);
- Woorden die we in onze verbouwing zijn tegengekomen, noemen we vaak op z’n Engels. Bijvoorbeeld ‘studs’ (palen) en ‘drywall’ (gipsplaat). Ik vermoed dat dat zo is omdat wij die woorden vaak gebruikten in de communicatie met de contractor – eh… aannemer, bedoel ik. En nu heten die dingen gewoon ‘studs’ en ‘drywall’.
- Een vreemd voorbeeld: als iets op ons aanrecht staat, zeggen wij echt ‘op de countertop’ en als iets in de gootsteen staat, dan staat het ‘in de sink’. Waarom? Geen flauw idee. Misschien omdat wij daadwerkelijk een countertop hebben besteld bij de Home Depot (als je om een ‘aanrecht’ vraagt kijken ze je echt vreemd aan), en omdat wij nu eenmaal een ‘sink’ hebben gekocht bij IKEA (en niet een gootsteen). Aan de andere kant, onze oven heet gewoon oven, en de magnetron heet nog steeds magnetron. Wij zijn inconsistent..
Is dit alles vervelend? Nee, niet echt. Ik heb dit probleem gelukkig niet in mijn eentje, Michiel praat ook zo. Heel soms ben ik woorden kwijt en is mijn interne woordenboek in de war. Dan weet ik niet in welke taal ik het nu moet zoeken… maar dat duurt nooit zo lang. Gelukkig heb ik mijn blog, dat mij dwingt zo netjes mogelijk Nederlands te schrijven, zonder al dat Engels erdoorheen dat normaal gesproken wel in mijn Nederlandse spreektaal sluipt…
Arjen zijn broer en vrouw wonen nu meer dan 20 jaar in de States en daar is werkelijk niets van te horen, op een paar hele kleine dingen naar! Het meervoud van een ei is nu eis geworden en hebben ze een tweeling die perfect Nederands spreken maar wel vertalen en oa “Wacht voor mij!” roepen!
Haha, dat is ook grappig. Ik denk ook niet dat het aan ons te horen is als wij eenmaal in Nederland zijn, want dan wordt onze Nederlandse woordenlijst immers ook weer geupdate 😉 Het is wel een rare ervaring hoor, je woordenboek zo in de war hebben!
Ik merk het vooral bij uitdrukkingen, en ja, dat “wacht voor mij” snap ik, dat zou ik ook zo kunnen roepen (mij wel ondertussen afvragen hoe het dan wel moet, omdat het wat raar klinkt…)!
mooi verhaal weer, er zijn meer mensen in ons gezin die hier last/gemak van hebben. maar goed, jullie zijn allemaal tweetalig opgevoed, zij het dan dialect met nederlands erbij haha. en oh wat was dat fout op school, ze begrijpen nederlands niet goed laat staan een buitenlandse taal, werd er toen gezegd.
toen kwamen er schoonkinderen die hadden meer moeite en moesten alle zeilen soms bijzetten maar dat gaat inmiddels geweldig goed en ze beginnen het dialect soms al te spreken, haha.
dus conclusie, waar je ook bent, in welk gedeelte van een land, welke taal er ook gesproken wordt, je neemt altijd wel wat mee. liefs uit klooster.
Wat dat dialect betreft, het is ook maar net wie je aan de telefoon hebt of met wie je praat, of waar je het over hebt. Hendrieke schakelt ook over naar ABN als het over fysiotherapie, haar studie of mijn knie gaat, maar gaat het over familie, dan is het al snel zo plat als een dubbeltje…
En dat van school – dat weet ik nog. Ik ben er heilig van overtuigd dat ik door mijn tweede dialecttaal veel makkelijker met taal om ga.
NB: Michiel kan nog steeds geen ‘bujje’ zeggen (die regenbui)… Gaat ook nooit meer lukken! Te moeilijk!
Hier heb ik nu al last van maar dan met de Duitse taal. Robin noemt mij dan prinsesje Bernard 😉
Haha 🙂 Jouw heb ik ook al meer dan eens op een soort tussenversie betrapt. Jij vernederlandst Duitse woorden 🙂 Jij gooit er Duitse werkwoorden als ‘anstrengen’ er dan op z’n Nederlands in ‘aanstrengen’ (of ‘dat is aanstrengend’)… Ik vind het wel schattig 🙂 Van al dat taal-gehups word je gewoon heel flexibel!
Ik merk wel dat de Duitse taal een mega beperking is voor mijn Engelse taal. Robin vond mijn Engels totaal niet goed toen we bij jullie waren, maar mijn hersenen functioneren alleen in t het Nederlands en Duits. Op school heb ik er ook heel veel last van, zo erg dat ik niet eens het woord wervelkolom (ja duh, spine) weet in het Engels. Ik heb over een paar weken mijn praktijktoets van een Engelse docent, daar zie ik nog wel een tikkie tegenop, maar ik ben blij dat hij ook een aardig woordje Duits verstaat 🙂 Vloeken in t Duits verstaan ze allemaal hihi
Leuk! Ik heb dat niet echt ondanks veel Engels. Hoewel ik wel altijd Pool zeg ipv zwembad. En wat termen die wel een NL vertaling hebben maar die ik in NL nooit gebruik worden ook altijd in het Engels benoemd.
Misschien komt het nog hoor… Maar jij zit natuurlijk ook in een omgeving waar er naast Engels nog een andere voertaal is. En toch… dat ‘pool’ – ik kan met echt niet indenken dat je het zwembad ook zo zou noemen zou de compound (compound – nog zo’n Engels woord!) in Nederlands hebben gestaan… 🙂
Dit had ik ook kunnen schrijven.. maar dan op t booreiland. Heel herkenbaar!
Dat geloof ik graag. Daar heb je natuurlijk ook een hoop communicatie die in het Engels gaat. En onderling is dat dan gewoon veel sneller.
Ik ben erg benieuwd hoe dat bij de volgende familie bijeenkomst gaat. Engels hier, Duits daar, nog een bakkie ‘lavenos’ erbij… Mooie mix!
Heel erg herkenbaar!
Er ontstaat een soort van ‘voor’ en ‘na’ taal als je over projecten of ervaringen praat: voor de verhuis alles in ’t Nederlands, en na de verhuis veel dingen in het Nederlands met Engelse uitdrukkingen/woorden. Soms moet ik dus translate.google gebruiken om het Nederlandse woord op te zoeken als ik schrijf met Vlaamse vrienden die niet echt gewoon zijn om Engels te spreken. Die hebben er niet altijd begrip voor dat ik niet gewoon het woord in ’t Nederlands ken. 😦
Oh dat Google Translate… dat ken ik ook hoor… En bij hele simpele woorden… “Hoe heet ‘lawn mower’ ook al weer?” “Health insurance?” En mijn uitdrukkingen zijn ook in de war. Ik gebruik steeds vaker Amerikaanse uitdrukkingen, en weet dan niet meteen de Nederlandse tegenpool. Dat laatste is ook moeilijk. Want wie vertaalt nu “twee vliegen in een klap” met “killing two birds with one stone”? Dat laatste lijkt mij zoveel dieronvriendelijker, en totaal niet de bedoeling! 🙂
Hier gaan we verder in het engels. Geboren en getogen in Holland en de meeste kids. Maar engels is de voertaal wel geworden met de kinderen. Onze oudste zegt altijd: English please, otherwise my wife doesn’t understands it. En vervolgens praat ie tegen ons in het hollands verder. Tegen elkaar ook wel Dutch hoor,maar zodra het over het werk gaat in het engels.
Hier bij ons in de kerk hebben ze bejaardenochtenden. En dan lees je: Every one is welcome for “een gezellige” morning.
En: de magnetron is hier een microwave.
Maar leuk is het wel. Of iemand die hier geboren is en “een kleine beetje” Dutch kan.
Groet, Wilma
Goh… dat zouden wij misschien ook moeten doen, gewoon onderling Engels spreken. Aan de andere kant, wij hebben geen kinderen en hebben niet echt een motivatie om moeilijk te doen als het makkelijk kan. En momenteel is dat ‘makkelijk’ zo’n halfslachtig net-niet-helemaal-goed taaltje dat bij het Genootschap Onze Taal zeker weten niet door de beugel kan…
Ik gebruik categorisch NL woorden IPV EN woorden: leuk!
Haha grappig! Ik kom echt vaak niet op een woord. Vaak in geen enkele taal switchen over 3 talen is denk net even te veel voor mijn hersenen. Met jimmy spreek ik Nederlands maar met veel spaanse of Engelse stukken erdoor. Meestal merk ik het niet eens. Zo grappig hoe dat werkt!
Ach, als zowel jij en Jimmy het maar begrijpen, komt alles goed toch? Het is inderdaad een raar mengelmoesje… 🙂
Pingback: Taaldingetje. De soepkom versus het soepbord | Johanna goes USA!