We hebben een huis gekocht! (1/3): De voorbereiding

Ik woon hier in State College nu weliswaar prima in een sabbatical home, maar dat is niet voor altijd. Per 1 juli moet ik eruit. En dan moet ik iets nieuws hebben gevonden. Dat kan een huurhuis worden, maar de huurmarkt is niet zo aantrekkelijk hier. Daarnaast, we zitten hier waarschijnlijk een jaar of vijf (of langer, kan ook), en dan is het kopen van een huis verstandiger dan huren. Huizen zijn hier overigens een stuk goedkoper dan in Nederland, dus het is ook meteen een stuk haalbaarder.

Vandaag, morgen en overmorgen een uitgebreid verslag over het huis dat we hebben gekocht. Vandaag eerst wat context over de voorbereiding, en het huizenbezichtigingsproces.

Op huizenjacht tijdens Spring Break

Tijdens Spring Break (8 tot 16 maart) was Michiel hier in State College, en eigenlijk hebben we veruit de meeste tijd besteed aan het bekijken van huizen. We hebben echt alle alternatieven bekeken: een (groot) huis verder van State College op een groot stuk land, oudere huizen binnen State College, nieuwere huizen en zelfs nieuw te bouwen huizen binnen en buiten State College… we hebben naar grote en kleine, oude en nieuwe, dikke en dunne huizen gezien. Alles is voorbij gekomen.

Tijdens dat huizen bezoeken en rondrijden door State College hebben Michiel en ik echt heel veel huizen gezien. Eerst vaak van buiten (misschien 60? misschien meer?), en daarvan een selectie (nog steeds naar schatting 20) met de makelaar ook van binnen. In die periode hebben Michiel en ik heel veel geleerd over Amerikaanse huizen. Bijvoorbeeld over de constructie en de verwarming en dergelijke. Wat is belangrijk voor de doorsnee Amerikaan? En ook vooral: wat vinden wij belangrijk? Het blijkt dat wij (zoals wel vaker) wel aardig op dezelfde lijn zaten. De uitgangspunten voor ons werden op een gegeven moment:

  • Drie slaapkamers (eentje voor onszelf, een studeerkamer, en een guestroom). Niet (veel) meer (we hebben huizen gezien waar we elkaar tijdens de bezichting kwijtraken door de vele kamers).
  • Als het dichtbij de campus is, is een garage voor een auto genoeg (dan kan Johanna fietsen), anders voor twee auto’s (buiten laten staan is in de winter echt geen optie weet ik inmiddels).
  • De achtertuin is belangrijk. Er moeten genoeg bomen zijn (veel tuinen zijn hier heel erg kaal. Dat komt omdat State College enorm is uitgebreid met veel nieuwbouwwijken, en die zijn vrij kaal). Met een hoop bomen heb je meer privacy. En er zijn dan meer vogels en andere beestjes, en dat is gezellig.
  • De keuken is in zo’n staat dat ie eruit moet (daar waar we eerst massa’s huizen afkeurden op verschrikkelijke keukens, kwamen we er  al snel achter dat hier geen keukens zijn die aan onze smaak voldoen. Dus zijn we op zoek naar huizen met aftandse of zeer ouderwetse keukens die we zonder kapitaalvernietiging eruit kunnen trekken. En een mooie, nieuwe inzetten.
  • Datzelfde kan opgaan voor het sanitair, maar het liefst doen we niet alles tegelijkertijd…
  • Constructief moet alles goed zitten, inclusief zaken als elektrisch, leidingwerk, en verwarmingssystemen. Het liefst moet er gas in de buurt zitten (want ik brand alles aan op elektrische fornuizen, maar die zijn hier helaas zeer gangbaar).
  • Er moet werk voor Michiel inzitten. Als Michiel hier in augustus komt, heeft ie waarschijnlijk niet meteen een werkvergunning, dus hij moet dan wel wat kunnen doen. Een nieuwbouwhuis valt daarmee eigenlijk meteen buiten de mogelijkheden (hoewel we wel een hele toffe architect tegen zijn gekomen…).

De ‘academische kalender’ van de huizenmarkt

Tijdens Spring Break kwamen we niets tegen dat aan onze wensen voldeed. Niet zo gek ook: we hebben vooral huizen bekeken die al even te koop stonden. Nu is de huizenmarkt hier in State College erg aangepast op het academische leven: het gros van de verhuizers komt en gaat in de zomer. Dus per maart, april komen de meeste huizen te koop te staan. Vaak net na Spring Break. De meeste nieuwelingen komen hier een weekend en gaan dan intensief huizen zoeken. Ik heb het grote voordeel dat ik hier al eventjes woon en iets meer tijd heb om huizen te bezoeken en de markt in de gaten te houden.

Zelf op zoek

En na Spring Break moest ik dus zelf op zoek. Zondag 23 maart, een week nadat Michiel weg was, had ik een paar bezichtigingen, waaronder van een huis vier huizen verderop (aan Glenn Road). Ik zag dat eerlijk gezegd wel zitten: zelfde fietsafstand, ik ken de wijk, dichtbij de golfbaan (handig voor het hardlopen), en het was ook nog eens een niet-typisch huis qua architectuur. Nadeel: het huis was eigenlijk wat krapjes, er moest echt Heel Veel aan gebeuren, de kwaliteit van het hout was nu niet echt tof (en dat is best belangrijk als je hele huis van hout is), en het ding was eigenlijk wat duur. Maar dat huis zat wel meteen in mijn hoofd… Ik ben nog een keer teruggeweest voor extra foto’s en het opnemen van maten. Ja, ja… moeilijk…

Glenn Road: dit huis hebben we NIET gekocht

Glenn Road: dit huis hebben we NIET gekocht

De dagen daarna ben ik weer met de makelaar (Larry) op stap geweest voor bezichtigingen, met het doel om te kijken of we betere kandidaten dan Glenn Road konden vinden. Zaterdag 29 maart was het zover… Een van de drie huizen die ik zou bezichtigen had zo’n prachtige achtertuin en uitbouw, ik wist meteen dat Michiel hier helemaal weg van zou zijn. Het huis zit in de wijk Park Forest, en dat zijn percelen die half bebouwd zijn met bomen – en dan ook nog eens grenzen aan een stukje bos. Toen wij hier in april waren voor mijn job interview was dat ook precies de wijk waarvan we zeiden dat dat toch wel heel erg mooi zou zijn… en nu stond daar een huis te koop. Voor minder dan Glenn Road. Het huis is groter, het perceel is groter, maar het is wel verder fietsen. Nou ja. Dan moet er maar een auto bij voor als het heel erg hard sneeuwt (lees: een Fiat 500 dus, tenminste, dat is het – onverstandige, maar wel hippe – idee nu).

En Michiel dan?

Michiel is in deze fase niet meer lijfelijk bij de bezichtigingen, maar hij is wel zoveel mogelijk betrokken. Michiel bekijkt van tevoren (net als ik) de foto’s en gegevens die beschikbaar zijn. Ook bekijkt hij de regio op Google Maps (met de Earth functie en de Streetview). Bij de bezichtigingen neem ik veel foto’s en maak ik filmpjes. Vervolgens maak ik notities van dingen die de makelaar met verteld en die me zelf opvallen. Omdat ik weet waar Michiel naar kijkt, let ik daar extra op. Soms geef ik meteen dingen door via What’s App – en krijg ik verdiepingsvragen terug. Intensief werkje wel hoor, dat voor twee personen opletten.

En daarna zet ik alle foto’s en filmpjes op Dropbox zodat Michiel daar ook bij kan. Dan heeft Michiel de volgende ochtend vaak door het tijdverschil de foto’s en filmpjes al gezien, en dan gaan we per Skype de boel bespreken. Dat zijn lange gesprekken want gaan best de diepte in als het een serieus te overwegen huis is (“foto 20140314, die met dat muurtje op rechts, nou daar zie je blauwe verf, daar komt de muur een beetje naar binnen. Dat komt door zus en zo, en is op deze manier hersteld”). En bij een huis dat ik niets vind moet ik dat natuurlijk ook goed beargumenteren. Het is niet niets, een huis kopen!

Morgen meer: dan over het onderhandelingsproces dat volgde… want ja, we hebben een huis gekocht hier! (Spannend he, zo’n cliffhanger :-))

2 gedachtes over “We hebben een huis gekocht! (1/3): De voorbereiding

  1. Pingback: Voor de statistici: ik ben 100 dagen in State College! | Johanna goes USA!

Schrijf een reactie...

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s