Oh boy. Ik zag de bui twee weken geleden al hangen, toen kreeg ik last van mijn keel. En daar heb ik vorig jaar maar liefst 7 keer (!) last van gehad. Soms gevolgd door een forse periode van hoesten, verkoudheid en koppijn. En jawel, woensdag was het zover.
Helemaal gallisch, helemaal ziek
Woensdag begon het al, ik kreeg het koud en niet meer warm. Begon een beetje te hoesten, en dat beetje werd steeds meer. Natuurlijk… Hoofdpijn als gevolg, zware ogen. Het verkoudheidsvirus had me weer gevonden. En ik moest donderdag nog steeds wel lesgeven. Ik kon kiezen – of woensdagavond naar de Zumba (en mijn longen een optater geven dat ze me niet in dank zouden afnemen) of vroeg naar bed. Het werd het laatste. Donderdag was de simulatie van mijn marketing strategie game, en dat vereiste iets minder gepraat van mijn kant dan een andere les. Maar nog steeds – ik hoestte mijn longen zowat uit mijn lijf. Ik hoop dat ik niemand heb aangestoken…!
En donderdagavond was nog wel de verjaardag van Veronica (dus geen Trivia voor mij die avond). Ik heb me volgestopt met ibuprofen, hoestpastilles en anijsspiritus (tegen het hoesten) en ik heb het overleefd. Het etentje was bij Gigi’s – het beste restaurant van State College. Ik was daar al eerder geweest, daar ben ik geweest met huidige collega Pranav als afsluiter van mijn sollicitatiegesprekken (destijds was hij me helemaal aan het doorzagen over mijn beslissingsproces om uit te vinden of ik wel of niet zou komen als ze me een aanbod zouden doen). Ik heb echt heel lekker gegeten: crabcakes, want de coquilles – had ik in april ook gehad – waren helaas op. Pranav zit in Florida wegens een conferentie en was er dus niet bij. Eelco (collega) en zijn vriendin Joana wel, en ook Manny (heb ik eerder gezien) en ook Scott en Stephanie waren er ook. Ondanks het gebrek aan coquilles, en ondanks mijn hoesten, was het nog gezellig ook, maar sohee wat was ik kapot naderhand…!

Ik, Joana, Veronica, en Stephanie (en ja, ik ga zwaar door mijn knieën want ik ben een kop groter dan de rest)
Dat kon ik vrijdag merken. Ik moest vrijdag eerst even naar de chiropractor voor mijn rug, en toen ik daarna – in de regen, jawel! – naar de universiteit fietste, merkte ik dat ik de bult haast niet opkwam. Het wilde vrijdag ook voor geen meter. Tien kantoren verder konden ze me horen niezen, hoesten en blaffen. En wat voelde ik me beroerd… Ik ben rond twee uur naar huis gegaan. Na een slopende fietstocht (ja, die anderhalve kilometer van school naar huis voelden als een eeuwigheid, pap in de benen) heb ik een warm bad genomen en ben in bed gaan liggen.
En dat is dan ook de reden waarom ik niet geblogd heb de afgelopen twee dagen. Ik had er de kracht niet meer voor 🙂
Zaterdag: naar de kapper
Vandaag voelde ik me gelukkig een stuk beter. Daar waar ik gisteren zo’n honderd kleenex-tissues heb verbruikt waren er dat vandaag gelukkig heel wat minder. En dat moest ook wel. Vanochtend had ik een afspraak met de kapper. En dan is om de haverklap heel erg hard hoesten en niezen niet zo handig – ze zouden je zo een hap uit je haar knippen waar je het niet wilt!
De kapper hier in Amerika is anders dan ik gewend ben. Ten eerste, je plant een afspraak bij een bepaalde kapster, en afhankelijk van haar niveau (1, 2 of 3) betaal je meer of minder. Ten tweede, je betaalt hier niet alleen je behandeling en eventueel je producten, maar ook fooi. Gelukkig wist ik dat, en heb ik geen flater geslagen (want echt, je wilt niet je kapster geen fooi geven – dan ben je de volgende keer het bokje!). Ten derde, de prijzen variëren nogal sterk. Daar waar je in Nederland voor knippen-kleuren (van lang haar) tussen de 60 en 120 euro kwijt bent, kun je hier tussen de 30 en 400 dollar kwijt zijn, afhankelijk van de salon en van het niveau stylist. Bij de 30 dollar heb je de garantie dat je haar verprutst wordt, bij de 400 dollar heb je de garantie dat je te veel betaalt. Het is dus de kunst om een salon te vinden die enigszins op het niveau daartussen zit. En die had ik gevonden, dankzij het advies van Steph (de ‘managing director’ van het secretariaat van het departement – zij is goud waard!).
Mijn kapster heet Dalena, en ze nam heel erg de tijd om uit te vinden wat mijn hoofdhuid waarschijnlijk wel en waarschijnlijk niet aankan. Wat voor mij erg belangrijk is, is dat mijn hoofdhuid niet allergisch reageert door de haarverf (dat is eerder gebeurd, en dat is niet bepaald een feestje). De kapster had een ammonia-vrije verf gebruikt, en dat ging wonderwel goed. De kleur bleek mooi rood-paars, het knippen ging goed, en het stylen was ook heel prettig. (Grappig – ze hebben mijn haar heel Amerikaans geföhnd – een beetje Jennifer Aniston-achtig. Maar dat mag de pret niet drukken.) Ik ben blij dat ik een nieuwe kapsalon heb gevonden!
Zussie!
Eerst positief bericht: heb de eerste osteopathie toets gehaald! Dus voor het eerst jaar: 1/9 check!
Ga je nu ook elke week even naar de kapper om je haar te laten stylen? Wel jammer dat ze je krullen omgelegd hebben;)
Liefs xx
Hee zussie!!! Van harte gefeliciteerd!! Super! Was ’t moeilijk?
En nee hoor, ik ga niet elke week naar de kapper. Dat zo op z’n Amerikaans geföhnde haar is niets voor mij. Mijn recept is ’s avonds laat douchen, met vochtig haar gaan slapen en met een bos krullen wakker worden. Beetje wax erin, en klaar. Ik vind me er dan veel leuker uitzien 🙂 en het is nog sneller ook.
Ik ga zo sporten (als ik niet teveel moet hoesten moet dat goed gaan) en daarna douchen, dus dan zijn mijn krullen ook weer terug. Gelukkig!
Ik had twee toetsen. Anatomie en biomechanica. Beide waren niet super moeilijk, maar anatomie is gewoon stampen stampen en nog geen stampen. Daarbij komt dat anatomie bestond uit 250 pagina’s, waarvan je slechts 5 open vragen kreeg over een klein specifiek onderdeeltje wat in de cursus bestond uit zo’n halve pagina. Dus t komt erop neer dat het gewoon heel heel heel erg veel was.
Biomechanica is snappen. Met hefbomen en fysiologische principes kan ik wel aardig uit de voeten 🙂
Goeie morn ! Ik bin bliede dat de kraante vanmorn weer op de computer stund. Hij weer wat te leez’n. T’bin over et algemien leuke berichies en dat is een meinse neudig. T’ja verkoldenegeit heurt er natuurlek ook bei en doar wordt de blog auteur natuurlek niet vrolek van. Maar zoai zelf schriem “as oen hoar maar goed zit “. Now ak de foto zie is dat wel oardig gelukt muk zeggn.
Weet ie now wat ik zo mooi vienn ant blog? Dat bin altied de keuze van de onderwarpen. Zoas now ook weer. De kapper. Wij goan gewoon hen. ( of ze koom bei ons) ie betaaln en kloar. K’geleuve niet dat hier een niveau iene of twee of drie bestoad van t ‘ hoar. K’hebbe niet begrepen of dat mit de lengte te maken maken hef, moar dat zal wel niet. In ieder geval is dat is ook weer leuk umme t weet’n.
Volgens ons kun ie ook overal over schriem. Of het now de katte is of vogels, et bankwezen of snij, griep of een eetentien wat aj ehad hem, het onderwies doar of de olympise speulen …. T’bin altied weer leuke en lezenswoardige verhaalties. Ik hoope dan ook dat wei hum nog lange kunn leezn.
Bij ons gut alles goed. Ie hem het drok, wei ook ! Onderwarp is bei oe wel bekend. De tied vlug veurbei ! Michiel vlug ook al over twee weken niet te geleuven. In ieder geval maar weer succes van de weke. Kop in de wiend dan dreugt de snot ook wel weer op !
Haha 🙂 De onderwerpen van mijn verhaaltjes laten ook wel weer zien dat mijn leven hier ook niet bijster spannend is soms, natuurlijk! Maar het zijn juist die alledaagse, kleine verschillen die het verhuizen naar een ander land zo interessant maken. Die grote dingen, ja, die verwacht je wel en dat weet je ook wel van te voren. Maar de kleine dingen, die weet je niet, en die zijn vaak ingewikkelder om uit te leggen. Daarnaast ben ik ook gewoon heel erg blij dat ik hier ook wat sociale dingen naast mijn werk heb. Michiel en ik gaan hier immers wonen, het is van belang om naast het werk ook een en ander te doen te hebben! Maar ik zal volgende week weer mijn best doen om de dagelijkse krant te laten bezorgen 🙂
Hoi,
Wat grappig om te lezen, dat kapperssysteem heb ik tijdens mijn Engeland stage ook leren kennen. Het is wel een heel fijn systeem aangezien je dan niet zelf hoeft uit te vissen of iemand ervaring heeft. Bij mijn kapper betaal je ongeacht of iemand nou 2 jaar of 20 jaar ervaring heeft hetzelfde. Bovendien vond ik het ook een uitdaging als kapster toen om ‘hoger’ in de ranking te komen:)
In ieder geval: je haar is goed gelukt! (En je neus ook niet meer rood, dat kleurt anders ook zo;)
Hee Albertine,
nou je het zegt, ja… ik herinner me het wel dat jij daar toen ook mee te maken had! Maar jij kreeg volgens mij geen fooi, toch, of wel? Bij mijn kapper in Leusden kan het ook zomaar gebeuren dat kapster A de kleur opzet, kapster B uitspoelt, en kapster C mijn haar knipt. Dat vond ik eerst vreemd, maar goed, inmiddels ken ik ze allemaal en vind ik het ook wel gezellig. Is ook wel handig voor de opleiding – stagiaires kunnen dan eerst bezig zijn met wassen of kleur opzetten voordat ze echt iemand gaan knippen. Hier in Amerika (tenminste, deze salon) doet de dezelfde kapster alles. Waar ik wel van schrok: de kappersopleiding duurt hier maar een jaar! En daar zitten helemaal geen verplichte stages bij, alleen de in-house salon in de school! Er is dus ook een reden om misschien niet te kiezen voor een level 1 stylist, want die heeft echt amper ervaring!
Pingback: Een analyse van de bezoekers van mijn blog | Johanna goes USA!
Pingback: De herfst is er. De keelpijn ook | Johanna goes USA!