Tijdens ons uitje naar Chincoteague hebben we een hele hoop ‘nieuwe’ vogels gezien die we nog niet eerder hadden gezien. Nu is dat niet zo raar: wij wonen in het binnenland waar we zeer weinig water in de buurt hebben, en in Chincoteague zaten we aan de kust. Nu is het niet zo eenvoudig om de vogels te identificeren, en heel eerlijk, ik ben ook niet heel bedreven in het identificeren van watervogels. Hulp kregen we van de ranger: bij het bezoekerscentrum hing een lijst van alle vogels die ooit waren gesignaleerd (en we kregen een kopietje mee). En de ranger legde ook uit waar welke vogel te zien was. Handig! Al met al hebben we heel veel ‘nieuwe’ vogels gezien. Hierbij een overzicht van mijn nieuwe foto-aanwinsten!
Eerst: de eenden
Eerst een aparte eend: de Northern Shoveler. Deze eend is felgekleurd en heeft een hele lange snavel:
Vervolgens de American Black Duck – de zwarte eend:
Dit zijn een paar stellen American Wigeons. Ik zag pas later op een foto dat ik ergens op de achtergrond nog een eendensoort had vastgelegd. Leuk, dat soort verrassingen!
En de Mallard (de gewone wilde eend), want die waren er ook:
Zwanen en ganzen
We hebben heel veel zwanen gezien. De zwanen hier hebben zwarte snavels:
De Canadian Goose zit hier ook (net als in Nederland). Ik weet nog dat ik die voor het eerst zag in Nederland en dat heel speciaal vond…
En de Greater Snowgoose. Die zitten hier in de winter met duizenden tegelijk:
Ander groter gevogelte
Een grote vogel die we eerst met moeite op beeld kregen, maar daarna regelmatig zagen, was de ‘Great Egret’. Een soort witte reiger. Mooie vogel.
En we kwamen ook nog de gewone blauwe reiger tegen, op jacht naar een visje:
Uiteraard hebben we een hoop roofvogels gezien, waaronder deze turkey vulture (kalkoengier) in de vlucht:
De strandlopers
De meeste tijd heb ik gespendeerd aan het identificeren van de weidevogels, strandlopers en ander kust-spul wat we hebben geidentificeerd. Daar heb ik zeer weinig oefening in. Ik dacht bijvoorbeeld eerst dat onderstaande foto gewoon dezelfde vogels waren, maar dat blijken twee soorten vogels te zijn:
Die Willets en de Long-billed Dowitchers zijn allebei een soort snippen (die vogel die op ons 50-gulden briefje stond).
De Greater Yellowlegs was niet moeilijk te vinden in mijn vogelboek. De naam zegt het al, gele poten. Schijnbaar hoort deze vogel bij de vogelfamilie ‘ruiters’, en dat is weer een soort strandloper:
En een leeuwerik! Ik kan mijn niet herinneren dat ik in Nederland ooit een leeuwerik heb geidentificeerd – ik heb er vast tig gezien en ik weet zeker dat ik vroeger bij biologie de veldleeuwerik heb leren aanwijzen, maar ik heb ‘m nooit echt bestudeerd in het echt… Dit is de horned lark, oftewel de ‘strandleeuwerik’, en het is de enige leeuwerik die in Amerika voorkomt. Mooi ding (het mannetje heeft een gele keel):
De meeuwen
En dan de meeuwen. De ene meeuw is de andere meeuw niet, zo bleek. We hebben een aantal aparte meeuwen gezien. De eerste is vrij uniek, de Black-headed gull (vrij vertaald, de zwartkopmeeuw), en wordt niet veel op Chincoteague gezien. De black-headed gull heeft een rode snavel en dat schijnt vrij uniek te zijn in meeuwenland (en is daarmee wel makkelijk te identificeren als je eenmaal doorhebt waar je op moet letten):
En de ring-billed gull (vrij vertaald: de geringde-snavel-meeuw):
Die meeuwen waren daar aan het vissen. Dat was prachtig om te zien: ze hangen dan eerst even stil boven het water, en gaan er dan op af. Vlak voor hun duikvlucht trekken ze hun vleugels in en dan ‘snap’ zit er een vis in de snavel. Vervolgens moet die in de lucht worden opgegeten, om naar de volgende gang te gaan…
En de niet-vogels
We zagen ook nog heel veel schildpadjes zitten. Gezellig:
En een wat raar beest: de horseshoe crab. Een krab met acht poten, maar dan eentje met een grote helm als schild en een grote prikker eraan. Die dingen leken wel buitenaardse wezens… Enig zoekwerk op internet leert dat deze ‘horseshoe crabs’ geen krabben zijn (zoals de blue crab, daar maken ze crab cakes van), maar dat ze meer familie zijn van de pissebed. Maar dan een heel stuk groter!
En dan de vogels zonder ‘bewijs’
Ik heb ook nog een belangrijk ding geleerd van de ranger: ik weet nu hoe ik een bald eagle kan identificeren in de vlucht. Dat is handig, want je ziet roofvogels vaak in de lucht, maar omdat er hier zoveel roofvogels zijn is het vaak geen bald eagle (of kan ik het tenminste niet zien). Nu weet ik hoe een bald eagle eruit ziet, kan ik bepalen of ik mijn verrekijker moet pakken en of ik de camera aan moet zetten. Ik heb daardoor al meerdere bald eagles gevonden – maar helaas niet in het wild gefotografeerd. Dat is me overigens al wel eens gelukt, in Wisconsin!
En nog eentje die op de wishlist blijft staan: de ijsvogel (de belted kingfisher). Een prachtig mooie blauw-witte vogel, zo’n anderhalf keer zo groot als de Nederlandse ijsvogel. We hebben ‘m vier keer gezien, maar hij was ons telkens te snel af. Jammer! Nu moeten we het met een foto uit mijn vogelgids doen…
Tof zus, deze zien er niet zo Amerikaans uit qua bonte kleuren
Goed gezien 🙂 Ik vermoed dat de strandomgeving de reden is. En ik denk ook dat het is omdat veel van deze vogels in hele grote groepen zijn. Dan maakt het niet zo uit voor een vogel als hij/zij bont gekleurd is (als de rest dat ook is). Voor een Northern Cardinal is opvallen juist wel belangrijk…
dat jullie dit allemaal uitvogelen, haha, respect hoor.
prachtige plaatjes.
Het is een hobby he… Ik vind dat leuk om te doen.
Mooi hoor ! Leuke trip lijkt me ! In Nederland hebben we ook een soort “Shoveler” Hier het deze de Slobeend. Leuk om te zien dit.
Hee, dat wist ik niet!! Thanks!! Ik heb mij in Nederland (en ook in Amerika) eigenlijk nog nooit zo bezig gehouden met eenden, het is echt een ondergebruikte sectie in mijn vogelgids. In Nederland hield ik me meer bezig met zangvogels, en hier in Amerika is dat uitgebreid met roofvogels – watervogels kom ik hier vanwege gebrek aan water weinig tegen.
Maar goed, de slobeend hebben we dus zowel in Nederland als ik Amerika! Mooie eend wel 🙂
Leuk tijdverdrijf. Toen ik begin jaren 00 in ZA kwam was dat ook altijd erg geslaagd in de nationale parken.